Kerstboom breekbrood
Met brood kun je zoveel! Deze witte bollen zijn perfect voor een brunch, lunch of als onderdeel van een buffet tijdens de kerstdagen. Heerlijk met zoet of hartig beleg. Ik maakte ze af met wat sesamzaadjes, hier zijn we namelijk dol op, maar wat dacht je van maanzaad of andere zaden of pitten? Maak hem zo feestelijk en lekker als je zelf wil.
Het recept voor deze witte bollen deelde ik een paar jaar terug al eens voor paashaasbroodjes en is dus een goed en degelijk recept voor heerlijke broodjes. Na jaren trouwe dienst de oven behoorlijk aan het klungelen, zo heb ik inmiddels gemerkt dat er een flinke warmte op één plek zit, dus mocht je dit herkennen raad ik je zeker aan het brood zo’n 6 minuten voor het einde een keer om te draaien voor een egale bruining.
Wat heb je nodig
– 500 gram tarwebloem
– 30 gram suiker
– 25 gram melkpoeder (Campina verkoopt dit bij de AH onder de naam ‘elk’)
– 10 gram zout
– 5 gram instant gist
– 40 gram zachte roomboter
– 230 gram lauw warm water
– 50 gram losgeklopt ei (ik nam een ei maat L, woog dit af en de rest gebruikje voor het afstrijken)
– Scheutje melk voor het afstrijken
– Optioneel zaden of pitjes voor op de broodjes
Bereidingswijze
Voeg de tarwebloem met het suiker, de melkpoeder en het zout in een kom en roer dit met een garde. Voeg dan de gist toe en roer het nogmaals door. De boter mag er in kleine stukjes bij, samen met het lauw warme water en het geklutste ei. Kneed met de staande mixer in ongeveer 10 minuten tot een soepel deeg wat niet meer aan de kom plakt. Je deeg moet niet te nat zijn, maar zeker niet te droog. Hou daarom in de gaten dat je deeg net zo droog blijft als de plakstrip van zo’n post-it blaadje. Is het te droog? Voeg dan een beetje vocht toe, door bijvoorbeeld je vingers wat nat te maken met water.
Om te zien of je deeg voldoende gekneed is maak je een vliesje. Doe dit door heel voorzichtig het deeg vast te pakken en met platte vingers te tikken op de onderkant van je deeg. Hierdoor zul je zien dat je deeg dunner en dunner wordt, waardoor je een vliesje kan maken. Op het moment dat het vliesje mooi dun is, lijkt het een beetje op de bel die je met kauwgom kunt blazen. Wanneer je vliesje korrelig is en scheurt moet je nog wat langer doorkneden.
Rijzen en vormen van het brood
Het deeg mag dan in een schone, licht ingevette kom en zet je afgedekt weg op een warme en tochtvrije plek. Het deeg moet ongeveer 1,5 uur rijzen, of tot het verdubbeld is in volume. Het hangt een beetje van je omgeving af hoelang dit daadwerkelijk duurt. Kiep het deeg dan zonder te kneden op je werkplek en druk het deeg plat tot een cirkel. Snij het in 12 punten, die je gaat opbollen. Wil je weten hoe dit het best kan? Robèrt van Beckhoven doet het je voor in dit filmpje.
Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg de opgebolde bolletjes in het kerstboom patroon, twee als basis, daarboven vier bolletjes, drie bolletjes, twee bolletjes en de punt van de kerstboom bestaat uit één bol. Hou iets ruimte, tijdens de tweede rijs plaken ze dan vanzelf aan elkaar. Zet dit afgedekt weg, door bijvoorbeeld twee pedaalemmerzakken over de bakplaat te doen en laat het nog zo’n 50 minuten rijzen.
Verwarm zo’n 20 minuten voor het einde van de rijstijd de oven voor op 230 graden Celcius. Meng na de 2e rijs het overgebleven ei met wat melk en bestrijk alle bolletjes hiermee. Verdeel er dan optioneel de zaden en pitjes naar keuze over en bak de bollen in 15 minuten goudbruin op 210 graden Celsius. Draai halverwege de baktijd eventueel de bakplaat voor een egale bruining.
