Stroopwafels

Ik ben echt dol stroopwafels! Heerlijk knapperige koekjes met daartussen een zoete en plakkerige stroop. Oorspronkelijk komen stroopwafels uit Gouda, wat ze dus perfect maakt voor mijn Hollandse streekbaksel challenge! De stroopwafel werd voor het eerst gemaakt in het begin van de negentiende eeuw in Gouda. Stroopwafels worden dan ook wel Goudse wafels genoemd (zo kent men het vaak ook in het buitenland). Stroopwafels werden in die tijd gemaakt van oude koeksnippers, deegresten en stroop en waren daardoor erg goedkoop. In de 19e eeuw noemde men stroopwafels dan ook wel armenkoeken. Rond 1870 werden de Goudse stroopwafels niet alleen in Gouda, maar ook elders gemaakt en gegeten. 

 

Dit recept is gebaseerd op die Rudolph van Veen, uit zijn bekende bakery op 24kitchen. Het recept voor de stroop was onwijs veel en eigenlijk goed voor het dubbele aantal wafels. Ik heb zijn recept dan ook gehalveerd, omdat dit meer dan genoeg is. 

– 240 gram bloem

–  95 gram suiker

– 80 gram boter op kamertemperatuur

– 1 ei

– 1 mespuntje kaneel

– Snufje zout

– 255 gram suiker

– 40 ml slagroom

– 40 gram stroop (ik nam schenkstroop voor over de pannenkoeken)

– 120 gram boter

– Klein snufje kaneel

 

Meng de bloem met het zout en de suiker en voeg hier de boter en het ei aan toe. Voeg als laatst een snuf kaneel toe en meng alles tot een egaal deeg met je handen. Wanneer je deeg blijft kruimelen voeg je kleine beetjes water toe zodat het een mooi samenhangend deeg is. Verdeel je deeg in balletjes van zo’n 16 gram, wat neerkomt op zo’n 32 balletjes. Doe deze balletjes in een ziplokzakje of in wat plastic en laat ze ongeveer 30 minuten rusten in de koelkast. De balletjes hoeven niet heel koud te zijn, maar wel stevig. Ik merkte zelf dat mijn wafeltjes groter werden toen het deeg wat warmer werd.

 

Begin dan met het maken van de stroop voor tussen de wafels. Het is een klusje met geduld, maar zeker de moeite waard. Laat de suiker in gedeeltes carameliseren in de pan en voeg pas nieuwe suiker toe wanneer je suiker volledig opgelost is. Het zal in het begin even duren, maar gaat daarna vrij snel. Belangrijk is dat je caramel niet te donker wordt, hij gaat dan bitter smaken wat absoluut niet lekker is. Ook wordt je stroop dan te hard. Verwarm ondertussen in een andere pan de keukenstroop met de slagroom en voeg dit toe aan de gecarameliseerde suiker wanneer alle suiker is opgelost. Een grote pan is echt aan te raden, het bubbelt namelijk erg hard wanneer je dit toevoegt! Voeg als laatst een snufje kaneel toe en roer de boter in klontjes toe terwijl je roert met een garde. Laat de stroop dan afkoelen tot vloeibaar maar niet te warm.

Verwarm het kniepertjesijzer voor op een niet te hoge stand. Met mijn Cloer apparaat gebruik ik stand 2, maar ieder ijzer is verschillend. Leg een bolletje deeg op het bakijzer en druk je ijzer goed stevig dicht, zodat het balletje mooi uitloopt tot een dunne wafel. Bak dit in ongeveer een minuut gaar, of tot hij mooi goudbruin is. Leg de wafel direct op de snijplank en steek er een cirkel uit met de uitsteker. Je wafel is nu nog zacht waardoor dit mooi lukt. Eenmaal hard gaat dit niet meer. Zelf gebruikte ik een uitsteker van 7 cm diameter, maar kijk hierbij hoe groot je wafeltjes worden en herhaal dit tot het deeg op is. De randjes die overblijven na het uitsteken zijn natuurlijk heerlijk om op te snoepen. Al kun je ze bijvoorbeeld ook gebruiken om caramel cupcakes of ijs te decoreren.

 

Laat de wafels afkoelen op een platte ondergrond, zodat ze recht uitharden. Besmeer een afgekoelde wafel met een beetje lauwe stroop en druk er een andere wafel tegenaan tot de stroop zich verdeelt tot de rand. Traditioneel worden de wafels door midden gesneden voor ze gevuld worden. De wafels in dit recept zijn al zo mooi dun dat dit absoluut niet nodig is. Druk niet te hard bij het verdelen van de stroop. Het zou zonde zijn als je wafel breekt.

 

Het wafeldeeg is prima in bolletjes in te vriezen, wel worden ze na ontdooien wat plakkerig maar dit gaat niet tenminste van de smaak. Laat ze ontdooien in de koelkast en even op kamertemperatuur komen voor je begint met bakken.

Binnen de streekbaksel challenge heb ik de volgende dingen al gemaakt: Kniepertjes en Bossche bollen