Kniepertjes / nieuwjaars rolletjes

Allereerst, de beste wensen voor het nieuwe jaar! Deze koekjes passen perfect bij de start van het nieuwe jaar. Ze hebben dan ook verschillende namen: nieuwjaar rolletjes, knijpertjes, kniepertjes, knieperties, oublie rolletjes, geen idee hoe ze allemaal verder nog genoemd worden en dat maakt me stiekem eigenlijk ook niet zoveel uit. Ik vind ze een traditie en heb dan ook mooie herinneringen aan dit rolletje. Op nieuwjaarsdag naar oma die de rolletjes extra vol spoot met slagroom en ze ook nog wel eens bij wilde vullen als de slagroom er door ons al was uitgegeten.

 

Ik ben dus opgegroeid met deze koekjes die traditioneel gegeten worden met oud en nieuw. Beetje gek misschien, aangezien dit vooral in Drenthe een traditioneel streekbaksel is en ik in de kop van Overijssel woon. Van de kniepertjes zijn twee varianten. De platte variant is voor in het oude jaar, dit staat symbool voor alles wat er is gebeurd (het jaar is zichtbaar). De gerolde variant is voor in het nieuwe jaar, waarbij het rolletje symbool staat voor alles wat er nog gaat komen (je kunt nog niet alles zien).  

 

Een paar jaar geleden hebben we een oublie ijzer aangeschaft. Uiteindelijk bakte deze absoluut niet egaal, wat ook goed te zien is. Het was er dan ook niet zo eentje van vroeger, bestaande uit alleen ijzer en voor boven het vuur, maar een elektrische die wel wat wegheeft van een plat wafelijzer. Na op Twitter wat gekletst te hebben met Mannin van baksels.net raadde zij een Cloer apparaat aan, die ik dan ook ga bestellen wanneer hij weer leverbaar is. Het rollen laat ik over aan mijn moeder. Het eerste jaar hebben we dit samen fanatiek geprobeerd en kwam ik er pijnlijk achter dat mijn handen niet gemaakt zijn om te super warme deegplakjes te rollen. Mijn moeder lukt dit echter wel. Wat de traditie van het eten van rolletjes wat verschuift naar het maken van de rolletjes.

– 260 gram bloem

– 135 gram kristal suiker

– 20 gram vanille suiker

– Half ei maat L

– Ongeveer 260 ml water

– 80 gram gesmolten boter

– Klein snufje zout

– Snufje kaneel

– Zonnebloem of arachide-olie om het ijzer in te vetten voor de eerste keer.

Kluts een ei en zet de helft hier van apart. Mix dan de bloem met de twee soorten suiker en het snufje zout en kaneel in de kom. Voeg het halve ei en de gesmolten boter toe en begin met het toevoegen ongeveer 230 ml water. Mix dit beslag met een mixer tot je een glad beslag hebt wat lijkt op een dikke yoghurt. Is het nog dikker? Voeg dan steeds een beetje water toe om het tot die consistentie te krijgen.

 

Vet je ijzer in met wat olie en laat hem dicht geklapt goed warm worden. Lepel met een kleine soeplepel of jus lepel een beetje in het midden van je wafelplaat en druk de ijzers goed op elkaar. Hou dit goed in de gaten, dit verschilt namelijk per ijzer. Daarbij is een te licht koekje niet gaar en te donker betekend een bittere wafel. Mijn oude ijzer warmt niet goed in de midden, waardoor het kleurverschil in de wafeltjes erg groot is. Met mijn nieuwe ijzer is dit een stuk minder is!

 

Platte wafeltjes laat je plat op een snijplank afkoelen en krokant worden (dit gaat vrij snel!) en de ronde wafeltjes moet je direct na het bakken strak oprollen. Bij ons apparaat zat een rolstokje, maar je kan hier ook een pollepel voor gebruiken. Of loop de gamma eens binnen voor een dunne stok. Haal het deeg lapje met een vorkje of mesje los en druk dit om het stokje heen. Direct rollen tot hij mooi strak om de stok zit en wanneer hij eenmaal wat afkoelt (ook dit gaat snel) kan het stokje uit het rolletje en laat je hem verder afkoelen.