Paashaas broodjes (witte bollen)
Nadat ik bij Mannin van baksels.net een workshop heb gevolgd, wist ik zeker dat ik deze Pasen wat meer zou bakken dan alleen koekjes of taart. Heuse paashaas broodjes zouden er op tafel komen! Het basis recept is voor witte bollen, die ik vond bij Levine. Levine heeft een eigen boek over brood uitgebracht en haar blogt op uit de keuken van Levine. Met het recept van Levine en de theorie achter het brood bakken van Mannin moest het gewoon een succes worden.
Bij het maken van brood is het belangrijk dat je tarwebloem gebruikt en geen patentbloem (Amerikaanse patentbloem van de molen kan wel). Na heel lang googlen weet ik er inmiddels iets meer van, maar het komt er op neer dat patentbloem uit de supermarkt niet geschikt is voor brood, vanwege het eiwitgehalte in de bloem. Het zal dan nooit zo luchtig worden als met tarwebloem. Wil je helemaal luchtig brood bakken, haal dan je bloem en meel bij de molen. Wanneer je hier meer over wil weten, raad ik je aan om hier eens naar te zoeken op blogs die meer brood bakken. Wil je helemaal meer weten over brood? Dan kan ik een workshop bij Mannin van harte aanraden!
Wat heb je nodig
– 500 gram tarwebloem
– 30 gram suiker
– 25 gram melkpoeder (Campina verkoopt dit bij de AH onder de naam ‘elk’)
– 10 gram zout
– 5 gram instant gist
– 40 gram zachte roomboter
– 230 gram lauw warm water
– 50 gram losgeklopt ei (ik nam een ei maat L (is ongeveer 60 gram) en gebruikte alles wat overbleef voor het afstrijken)
– Scheutje melk voor het afstrijken
Bereidingswijze
Voeg de tarwebloem met het suiker, de melkpoeder en het zout in een kom en roer dit met een garde. Van Mannin leerde ik dat dit er voor zorgt dat alle droge ingrediënten alvast egaal vermengd zijn. Voeg dan de gist toe en roer het nogmaals door. Voeg de boter in kleine stukjes toe samen met het lauw warme water en het losgeklote ei. Kneed dit zo’n 10 minuten met je staande mixer tot een soepel deeg wat niet meer aan je kom blijft plakken. Gebruik hierbij de deeghaak. Mijn mixer werkte niet mee, waardoor ik alleen het doormengen in de machine heb gedaan en daarna dapper zo’n 15 minuten heb staan kneden tot ik een heerlijk soepel deeg had. Wil je precies weten hoe dit kneden tot zijn werk gaat? Bekijk dan het filmpje ‘handmatig kneden’ van Robèrt van Beckhoven.
Je deeg moet niet te nat zijn, maar zeker niet te droog. Hou daarom in de gaten dat je deeg net zo droog blijft als de plakstrip van zo’n post-it blaadje. Is het te droog? Voeg dan een beetje vocht toe, door bijvoorbeeld je vingers wat nat te maken met water. Om te checken of je deeg voldoende gekneed is maak je een vliesje. Doe dit door heel voorzichtig het deeg vast te pakken en met platte vingers te tikken op de onderkant van je deeg. Hierdoor zul je zien dat je deeg dunner en dunner wordt, waardoor je een vliesje kan maken. Op het moment dat het vliesje mooi dun is, lijkt het een beetje op de bel die je met kauwgom kunt blazen. Wanneer je vliesje korrelig is en scheurt moet je nog wat langer doorkneden.
Rijzen en vormen van het deeg
Doe het deeg dan in een schone, maar licht ingevette kom en zet het afgedekt weg op een vochtige, warme en tochtvrije plek. Laat het ongeveer 1,5 uur rijzen, of tot het deeg in volume is verdubbeld. Wanneer je in een koudere ruimte bent zal het langer duren, in een warmere ruimte minder lang.
Druk na het rijzen het deeg voorzichtig plat, door dit met je vingers naar beneden te drukken, waardoor je een grotere ronde plak krijgt, zonder opnieuw te gaan kneden. Verdeel dit in 12 gelijke stukken. Van iedere punt maak je nu een haasje, zelf vind ik het prettig om per punt te gaan. Haal van de punt een klein stukje en maak hier een bolletje van, dit wordt straks het staartje. Rol van de rest van de punt een lange streng, die je in een U vorm legt.
Draai beide uiteinden een keer om elkaar heen en draai ze daarna nog een slag om elkaar heen. Zorg dat de onderkant van je haas. Knijp de losse uiteinden iets in puntjes tot oor en druk het bolletje goed in de opening die overbleef bij het vormen van je haasje. Hoe meer het er op ligt, hoe gekker je staart zal rijzen straks.
Leg de haasjes op een met bakpapier beklede bakplaat en laat dit nog zo’n 50 minuten rijzen op een tochtvrije en warme plek. Zelf deed ik twee schone pedaalemmer zakken om mijn bakplaat en zette het op een warme plek. Verwarm zo’n 20 minuten voor het einde van de rijstijd de oven voor op 230 graden. Bestrijk na de volledige rijstijd de broodjes met het overgebleven ei, waar je iets melk door mengt. Bak de broodjes in de oven op 210 graden (voorverwarmen doe je warmer, omdat er warmte ontsnapt als je de bakplaat in de oven zet) in zo’n 15 minuten. De broodjes zijn klaar wanneer ze goudbruin zijn.
Wanneer je van het deeg geen haasjes vormt, maar de stukken deeg mooi op bolt en dan laat rijzen heb je heerlijke gewone witte bollen.
No Responses to “Paashaas broodjes (witte bollen)”