Deldense moppen
Tijd voor een nieuw streekbaksel! Dit keer eentje met speculaaskruiden, omdat dat zo lekker bij deze tijd van het jaar past. In mijn zoektocht naar alle moppen (ik maakte eerder al eens Weesper moppen) in Nederland, struikelde ik deze zomer over de Deldense moppen. Het plekje Delden in Overijssel kende ik wel, maar de koekjesspecialiteit was nog nieuw voor me. Tijd om dit dus te veranderen! Het vinden van een recept was nog een hele klus, zoveel zijn er namelijk niet te vinden, dus hield ik me aan het recept wat ik hier vond.
Deldense moppen zijn eigenlijk een brosse koekjes die smaken naar speculaas met een extra hint van amandel. Je bakt hem zonder ei en met een toevoegingen van amandelschaafsel of snippers door het deeg is hij helemaal af. Van een dikke rol deeg snij je dunne plakken, die je dan los van elkaar bakt. Al zou je vast creatief met het deeg kunnen zijn en deze in leuke vormpjes uitsteken.
Wat heb je nodig:
– 200 gram bloem
– 150 gram koude boter
– 65 gram lichtbruine basterdsuiker
– 65 gram kristalsuiker
– 2 tl speculaaskruiden
– 1/4 tl baksoda (maagzout of natriumbicarbonaat)
– 1/4 tl amandel extract
– Snufje zout
– 50 gram geschaafde amandel
Bereidingswijze
Het deeg is er eentje zonder ei, wat een erg bros en knapperig koekje oplevert. Voorbereiding is handig, het deeg moet namelijk minimaal anderhalf uur koelen, maar een nachtje kan ook prima!
Mix met een handmixer de boter romig en voeg hier de suiker en amandelextract aan toe. Meng in een andere kom de bloem met het zout, de speculaaskruiden en baksoda tot dit egaal gemengd is voor een goede verdeling. Voeg dit toe aan de boter met suiker en voeg als het een geheel is de amandelschaafsel toe, zodat deze niet volledig gebroken is. Kneed dit laatste stukje dan ook even alles goed door met je handen, in plaats van de mixer.
Rol het deeg in een rol van ongeveer 4 cm dik. Rol dit in plasticfolie strak op, waarbij je de einden strak rolt, alsof je een grote toffee inpakt. Laat dit minimaal anderhalf uur, maar het liefst een hele nacht opstijven in de koelkast. Op die manier kun je er straks mooie schijven van snijden, die je kunt afbakken.
Nadat de rol volledig is opgestijfd, verwarm je de oven voor op 160 graden Celsius. Bekleed je bakplaat met bakpapier en snij dan plakken van je rol deeg, van ongeveer een halve centimeter dikte. Je haalt dan ook behoorlijk wat koeken uit dit recept (zo’n 28). Leg de plakken deeg op de bakplaat met flink wat ruimte, ze spreiden namelijk iets uit. Bak de koekjes zo’n 22-24 minuten tot ze gaar zijn, maar laat de randjes niet aanbranden. Na het afkoelen harden ze goed uit en worden het brosse koekjes. Laat ze dan ook een minuut of 5 liggen op de plaat, voor je de koekjes verder laat afkoelen op een rooster.
Binnen de streekbaksel challenge heb ik de volgende dingen al gemaakt: Kniepertjes, Bossche bollen, Stroopwafels, Groningse eierballen, Kozakken, Roze koeken, Weesper moppen, Jan Hagel koekjes en Amsterdamse koggetjes – nogatientjes.